Verloop bevalling

Tussen de 37 en 42 weken zwangerschap mag je onder onze begeleiding bevallen. Mocht je buiten deze termijn gaan bevallen, dan wordt je verder begeleid in het ziekenhuis onder leiding van de gynaecoloog.

Voorafgaand aan de bevalling kunnen de volgende symptomen zich voordoen:

Harde buiken
Dit zijn samentrekkingen van de baarmoeder die niet pijnlijk zijn. Ze komen niet met regelmaat en nemen af bij rust. Ze kunnen wel ongemakkelijk zijn. Vaak zijn ze gerelateerd aan drukte, zowel geestelijk als lichamelijk. Ook kan een blaasontsteking de oorzaak zijn. Harde buiken komen aan het einde van de zwangerschap vaker voor en kunnen geen kwaad. Wanneer deze harde buiken niet afnemen met rust is het advies om je urine te laten controleren op een blaasontsteking.

Indalingsweeën
Dit zijn steken laag in de onderbuik of in de vagina. Indalingsweeën zorgen ervoor dat het hoofdje van het kind nog wat dieper in het bekken komt. Dit kan al vanaf 34 weken gebeuren. Niet iedereen krijgt hiermee te maken. Zeker wanneer het niet meer het eerste kindje is kan het ook zijn dat het hoofdje pas gaat indalen tijdens de bevalling.

Voorweeën
Dit zijn pijnlijke samentrekkingen van de baarmoeder die met name aan het einde van de zwangerschap voorkomen. Ze zijn kort van duur, zo’n 20-30 seconden en kunnen wel een paar uur aanhouden. Dit gebeurt vooral ´s nachts. Deze voorweeën zorgen niet voor ontsluiting, maar wel voor het soepel en weker worden van de baarmoedermond.

De bevalling
De bevalling kan op twee manieren beginnen. Doordat de vliezen breken of door het starten van weeën. Tijdens de bevalling gebeurt er heel wat in je lichaam. Als je de baarmoeder vergelijkt met een grote ballon met een tuutje eraan, dan is de ballon de baarmoeder en het tuutje de baarmoedermond.

De eerste fase van de bevalling wordt de latente fase genoemd. Deze weeën zorgen ervoor dat de baarmoedermond soepel en week wordt. Daarnaast wordt de baarmoedermond steeds korter en verdwijnt zelfs helemaal. Ook krijg je op deze weeën de eerste 3 cm ontsluiting.

De bevalling kan ook beginnen door dat de vliezen breken. Mocht dit het geval zijn, kijk dan even goed naar de kleur van het vruchtwater. Is het vruchtwater niet helder dan is extra controle nodig in het ziekenhuis. Meestal beginnen de weeën binnen 24 uur na het breken van de vliezen. Mocht dit niet zo zijn dan verwijzen we je naar het ziekenhuis.

Daarna ga je de actieve fase in. In deze fase komen de weeën zeer regelmatig, ongeveer om de 3 minuten, en duren 60 seconden. Met deze weeën bereik je de 10 cm ontsluiting en dit gaat gemiddeld met 1 cm per uur. Bij een tweede kindje of meer gaat dit vaak sneller.

Wanneer je 10 cm ontsluiting hebt bereikt zit het hoofdje vaak zo diep dat het op de anus drukt. Dit veroorzaakt persdrang. Het lukt niet meer om de weeën weg te zuchten, en je lijf wil mee persen. Je gaat nu de laatste fase van de bevalling in. Voor een eerste kindje moet je gemiddeld 1,5 uur persen. Bij een tweede kindje of meer gaat dit sneller.

Wanneer wij bij je thuis komen observeren we de weeën om een goed beeld te krijgen van de kracht van de weeën en hoe je de weeën opvangt. Daarnaast voelen we aan je buik en luisteren we naar de harttonen van de baby. Als je goede weeën lijkt te hebben doen we ook een inwendig onderzoek. Door middel van dit onderzoek kunnen we voelen hoe lang de baarmoedermond nog is en of er al wat ontsluiting is. Afhankelijk van de bevindingen wordt er dan besproken of we al bij je blijven en als je poliklinisch wilt bevallen of het al tijd is om naar het ziekenhuis te vertrekken. Zo nodig krijg je persoonlijke belinstructies.

Plaats van bevalling

In de meeste gevallen verloopt een zwangerschap zonder problemen. En als er geen medische indicatie bestaat waardoor je in het ziekenhuis moet bevallen, kun je zelf kiezen waar je gaat bevallen; thuis of poliklinisch in het ziekenhuis. Het is belangrijk dat je bevalt op een plaats waar jij en je partner zich veilig voelen. Want als je je veilig voelt tijdens de bevalling kun je beter ontspannen en door deze ontspanning verloopt de ontsluiting vaak beter.

Thuisbevalling

Een thuisbevalling heeft als voordeel dat je in een vertrouwde omgeving bent, waar je je vaak beter kunt ontspannen. Na de bevalling hoef je niet meer vervoerd te worden en het is prettig om in je eigen omgeving te zijn. De verloskundige begeleidt de bevalling (met assistentie van een kraamverzorgster) en heeft alle benodigde instrumenten bij zich, inclusief noodkoffer met zuurstof. Als na de bevalling alles goed gaat met moeder en kind gaat de verloskundige weer naar huis en neemt de kraamverzorgster het over.

Een geplande thuisbevalling heeft als nadeel, dat als de bevalling medisch gezien toch verder moet plaatsvinden in het ziekenhuis, je alsnog naar het ziekenhuis vervoerd moet worden, soms met een ambulance.

Poliklinische bevalling

Poliklinisch bevallen kan bij ons in het Martini Ziekenhuis, in het UMCG of in het OZG. De bevalling zal door een verloskundige van onze praktijk begeleid worden. De dienstdoende verloskundige komt in principe eerst bij je thuis kijken of het al tijd is om naar het ziekenhuis te gaan. Als je te vroeg in het ziekenhuis bent, kunnen de weeën zelfs weer helemaal ophouden. Vervoer van en naar het ziekenhuis dien je zelf te regelen.

Poliklinisch bevallen heeft als voordeel dat je bij complicaties niet meer vervoerd hoeft te worden naar het ziekenhuis. Hierbij moet vermeld worden dat de gynaecoloog ’s nachts niet altijd in het ziekenhuis aanwezig is en dus ook eerst van huis moet komen.

Als alles goed is met jou en de baby mag je 2 tot 3 uur na de bevalling weer naar huis.

Kosten

Veel zorgverzekeraars brengen een eigen bijdrage in rekening indien je zelf kiest voor een poliklinische bevalling. Informeer hiernaar bij je zorgverzekeraar.

Soms ontstaat er tijdens de zwangerschap of bevalling een medische indicatie. In dit geval moet je in het ziekenhuis bevallen onder verantwoordelijkheid van een gynaecoloog . De ziektekostenverzekering vergoedt in dit geval je bevalling.

Regelen

Vanaf 37 weken zwangerschap is het belangrijk dat je een aantal zaken geregeld heb. Dit lijstje geldt voor zowel thuis- als poliklinische bevallingen:

  • Je huisnummer is duidelijk leesbaar op de deur of op de brievenbus bij de weg
  • Je hebt een goed werkende bel of de huisdeur is open
  • De buitenverlichting moet aan zijn als het donker is
  • Je hebt je bed op de goede hoogte; 80 cm en voorzien van een bedzeil of waterdichte molton over het hele bed
  • De kamer is goed verwarmd en verlicht
  • Je hebt het kraampakket bij de hand (tip: laat het pakket in de doos zitten, zo weten we alles snel te vinden)

Voor een thuisbevalling zorg je verder voor:

  • Een verhoogd bed (minimaal 80 cm) op de begane grond (dit om eenvoudig vervoerd te kunnen worden naar een ziekenhuis als dat nodig mocht zijn)
  • Stromend water op dezelfde verdieping
  • Warme kruiken met de kleertjes eromheen in de wieg of de kinderwagenbak
  • Een flinke stapel katoenen vooraf gewassen luiers, anders nemen ze geen vocht op
  • 2 emmers met een vuilniszak erin
  • Een groot stuk plastic en een spiegel als je op de baarkruk wilt bevallen (een hoog bed moet altijd klaar staan)

Tip: zorg altijd voor een oppas voor eventueel andere kinderen.

Tijdens de bevalling worden we geassisteerd door een kraamverzorgster. De kraamzorgorganisatie probeert te regelen dat degene die bij de bevalling is, ook aanwezig is in het kraambed.

Kraampakket

Uitzetlijst kraampakket basis

Als je geen kraampakket via je verzekering krijgt, is deze verkrijgbaar bij de drogist of apotheek. Controleer a.u.b. of het compleet is!

  • 1 kraammatras (60 x 90 cm)
  • 10 celstof matjes (60 x 90 cm)
  • 2 pakken steriele gaasjes (16×16 cm)
  • 1 pak zigzag watten
  • 1 steriele navelklem
  • 1 zeeppompje desinfecterende handzeep (ongeparfumeerd)
  • 1 flesje (100ml) alcohol 70%
  • 2 pakken kraamverband
  • 1 bedzeil/matrasbeschermer (80 x 160 cm)
  • evt 2 netbroekjes (wegwerpbroekjes)

Overig

  • 2 digitale thermometers (voor rectale meting bij moeder en kind)
  • 1 maatbeker (voor spoelen bij toilet)
  • 1 extra set beddengoed
  • 2 metalen kruiken (vooraf controleren op lekken!)
  • 2 mutsjes voor de baby
  • 10 gewassen hydrofiele katoenen luiers

Thuisbevalling

  • 1 pak zout (voor bevallingswas)
  • 3 vuilniszakken
  • rol keuken/toilet papier
  • 2 emmers, 10 liter, met hengsel
  • ondersteek (po)
  • verplaatsbare lamp
  • noodverlichting (kaarsen of zaklamp)
  • zekering voor de elektriciteit

Voor de babyuitzet zijn verschillende lijsten te vinden op het internet. Tip: Wees kritisch met aankopen, sommige producten zijn niet noodzakelijk. Het kraambureau kan hierin ook adviseren.